Het maken van aantekeningen kan het bestuderen vergemakelijken. Je kunt aantekeningen in het boek in of naast de tekst maken. Voorbeelden van zulke aantekeningen zijn
- Signaalwoorden
- Bijvoorbeeld le, 2e of a), b) en c).
Je verduidelijkt hiermee de opbouw van de tekst. - Symbolen
- Bijvoorbeeld P voor probleemstelling, H voor hypothese, M voor methoden. Experimenten met Exp, Samenvattingen met Sam. en voorbeelden met v.b. Je geeft hiermee de inhoud aan.
- Korte samenvatting
- Als er ruimte voor is, kun je een korte samenvatting in de kantlijn geven.
- Vraagteken
- Indien je een vraag hebt over de tekst zet dan een vraagteken in de kantlijn met daarbij wat je precies onduidelijk vindt. Vaak weet je bij herhalen niet meer wat de moeilijkheid was.
- Verwijzingen
- Je kunt verwijzen naar andere pagina’s of tekstdelen of vakken om samenhang aan te geven. bijv. zie blz …
- Kritiek
- Als je kritiek hebt, kun je dat noteren in de kantlijn en bijv. aangeven met een kleine k.
Het is niet altijd mogelijk om aantekeningen in het boek of in de kantlijn te maken. Je kunt dan aantekeningen naast je boek maken. Voorbeelden van zulke aantekeningen zijn
- Vragenlijst
- Je kunt n.a.v. de tekst een lijst met vragen opstellen waar je een antwoord op wilt zoeken.
- Moeilijke punten
- Je kunt ook een lijst met moeilijke punten opstellen, die je aan het eind nog eens door wilt lopen.
- Begrippen of formule overzichten
- Om een overzicht van de tekst te krijgen kun je ook een lijst van de belangrijke termen, begrippen of verbanden maken.
Zorg voor een overzichtelijk systeem in je aantekeningen. Een mindmap behoort ook tot de mogelijkheden.
Pingback: Studiestof actief bestuderen, dat doe je zo. | Studietips Universiteit Leiden