Heb jij soms moeite je te concentreren? Merk je dat je boven je boek zit en niets meer opneemt?
We zien vaak studenten op ons spreekuur die last hebben van concentratieproblemen. Concentratieproblemen staan bijna nooit op zichzelf. Ze vloeien voort uit factoren in de omgeving, in de studie zelf en de manier waarop de studie wordt aangepakt.
Zorg dat je jouw concentratieboog niet overspant. Wissel studeren met korte pauzes af. Misschien studeer je te lang achter elkaar. Tijdig korte pauzes houden, is het beste. Hoe lang iemands aandachtsspanne is, verschilt; gegevens over de gemiddelde aandachtsspanne van volwassenen lopen erg uiteen. De ervaring vanuit de praktijk van de studentenpsycholoog doet vermoeden dat het voor studenten aan te raden is na maximaal 45-50 minuten een korte pauze in te lassen. Ga in ieder geval niet door tot je niet meer kunt. Dan blaas je je aandachtsspanne als het ware op en komt er daarna niets meer uit je handen. Tijdig pauzeren vergroot feitelijk de efficiency. Veel studenten vinden een kortere tijdspanne dan 45 minuten ook prettig. Een leuke hulp daarbij is de pomodoro technique.
Zorg voor een omgeving zonder afleiding. Het is makkelijk om afgeleid te worden door binnenkomende berichtjes, mailtjes, gezellige huisgenoten, de telefoon en allerlei afleidende taakjes die niets met je studie te maken hebben. Studeren in de bibliotheek of op de faculteit kan dan helpen. Maar ook bepaalde sites gedurende een tijd blokkeren, afspraken maken met huisgenoten over ‘niet storen’ tijdens studietijd.
Actief studeren helpt je jouw aandacht dichterbij de stof te houden. Zorg dat je onderstreept, aantekeningen maakt, een samenvatting maakt en jezelf vragen over de stof stelt.
Als je wordt afgeleid door allerlei gedachten, gebruik dan een piekerblok. Houd een notitieblok bij je en elke keer als je wordt afgeleid, schrijf je kort de gedachte op. Zet er een streep onder. En breng je aandacht weer terug naar de studiestof. Je kunt dan eventueel een halfuurtje inplannen waarop je vrij mag piekeren aan de hand van je piekerblok (maar doe dit niet vlak voor je gaat slapen).
Er kan ook sprake zijn van een gebrek aan interesse in de studiestof. Je zult wel herkken, dat als de stof interessant is, concentreren ook makkelijker wordt. Iedere studie kent echter onderdelen die onmogelijk interessant genoemd kunnen worden. Twee punten zijn daarbij van belang.
- Wanneer je het merendeel van de vakken niet interessant vindt, moet je je serieus gaan afvragen of je wel de juiste studie hebt gekozen. De studiekeuzeadviseurs kunnen je hierbij adviseren als je studeert bij de Universiteit Leiden.
- Of de stof interessant is, vloeit niet alleen uit de stof zelf voort, maar heeft alles te maken met de manier waarop je de stof benadert. Hoe passiever de werkwijze, hoe afhankelijker je bent van bijv. het feit dat de stof al of niet boeiend is geschreven.
Aandacht kun je tot slot meer in het algemeen trainen door mindfulness te beoefenen. Mindfulness is een meditatievorm die je helpt aanwezig te zijn in het hier en nu. Daar kun je in je studie ook de vruchten van plukken.